Badminton is de snelste racketsport in de wereld en kan gespeeld worden door jong en oud en op alle niveaus. Badminton wordt binnen in sporthallen gespeeld, met een racket en een shuttle. Afhankelijk met hoeveel personen u op de baan staat, speelt u een zogenaamd enkelspel of een dubbelspel. Bij een wedstrijd in de vorm van een enkelspel wordt 1 tegen 1 gespeeld en in het dubbelspel 2 tegen 2.

Het badminton speelveld ziet er als volgt uit:
badmintonveld

Hierbij is links in grijs aangegeven het speelveld bij een dubbelspel waarbij het donkergrijze gedeelte (“kort en breed”) een serveer vak markeert. Rechts geeft in grijs het veld bij een enkelspel aan waarbij donkergrijs eveneens een serveer vak (“lang en smal”) markeert.

Badminton gaat, net als ieder ander spel, om het scoren van punten. De puntentelling gaat volgens het ‘rally-point’ systeem. Dit betekent dat voor elk gescoord punt direct een punt wordt verkregen. De speler die het laatste punt gescoord heeft mag de shuttle weer in het spel brengen (‘serveren’). Bij aanvang van een wedstrijd wordt er getost om te bepalen wie er als eerste mag serveren. Een mannensingle, vrouwensingle, mannendubbel, vrouwendubbel en gemengd dubbel wordt gespeeld tot 21 punten. Heeft een speler als eerste de 21 bereikt, dan heeft men een game gewonnen. Een game dient met minimaal 2 punten verschil gewonnen te worden. Indien dit niet het geval is (bijvoorbeeld bij een stand van 21-20) wordt er net zolang doorgespeeld totdat er 2 punten verschil is, maar uiterlijk totdat een van beide spelers als eerste de 30 punten heeft bereikt (30-29 kan dus voorkomen). Doel van het spel is het winnen van 2 games.